Hierin lees je door mij gepubliceerde verhalen.
Meestal waar gebeurd, maar als het niet zo is,
schrijf ik dat erbij.
Dit heb ik NIET zelf geschreven, maar komt uit De Telegraaf van 15 dec. jl.,
"de dodelijke zesjes cultuur"
en door Prof. dr. B. Smalhout geschreven:
Dit is een ervaring van de moeder van Prof. Smalhout in haar bejaardenhuis.
Zijn moeder deed eens wat boodschappen in de kleine supermarkt daar, toen
de elektrische kassa kapot ging. Het winkelmeisje zei beschroomd:
"ik weet nu niet wat ik u in rekening moet brengen, want de kassa is stuk".
Zijn moeder zei toen:
"Kind, noem maar even op wat het allemaal kost."
Het meisje noemde de prijs van de koekjes, chocolaatjes, melk en koffie,
waarna zijn moeder concludeerde: "dat is twaalf gulden en vijf en veertig cent."
Hierop zei het winkelmeisje: "Mag ik uw zakjapanner ook even gebruiken?"
Prof.Smalhouts moeder, die nog nooit een rekenmachine had gebruikt, vroeg
verbijsterd:
" Wonen er dan ook japanners in dit huis?"
Ook begreep ze niet dat iemand voor zoiets simpels een rekenmachientje
nodig had.
Ik wil u dit prachtige verhaal niet onthouden.
Onze olie- markt- lamp.
U kent vast die markt lampen wel, die in de winter aan de kerstmarkt-
kramen hangen. Zo'n ding moet je eerst op druk pompen en dan zit er een
"aanjager" op, die zet je open en dan gaat ie als een creme brulee brander
een vlam spuiten, dat verwarmt dan weer het "kousje" waarna je de lamp
aanzet, de aanjager uit en de lamp doet het dan.
Op onze Regina Rebecca hadden wij zo'n lamp. Van mijn ouders gekregen voor
ons trouwen. Andere mensen krijgen een koelkast of zoiets, maar wij wilden
graag verlichting aan boord.
Omdat Frans vaak de reis op ging, was of niet thuis kwam omdat er weer of nog
een klus was, moest ik de verlichting bedienen.
Onze eerste winter was die van 1967, waarin de hele Amstel dicht gevroren was.
IK kwam meestal om 7 uur thuis van mijn werk en dan moest eerst het butagas
lampje boven het aanrecht aangestoken worden en daarna die marktlamp.
Heel vaak ging het erg goed, maar soms ging die lamp walmen. Dus weer
ontluchten (de hele boot stonk naar petroleum) en weer opnieuw beginnen.
Dat ik het toen niet vreselijk vond, weet ik eigenlijk niet. Je had geen elektra
aan boord, dus je moest wat.
Onze boot had een zadeldak, je kent dat wel, zo'n schuin oplopend dak, met een
deurtje in de ronding aan de achterkant.
Ik stak de lamp aan en dat ding ging roeten. Zette hem uit, maar hij bleef
doorroeten.
Ik zal wel teveel petroleum in het reservoir gedaan hebben, zodat dat kon
gebeuren.
Roeten en walmen bleef die lamp, ik droeg hem aan het hengsel naar buiten,
maar het leed was al geschied: de hele achterkant was zwart gewalmd.
Wat nu te doen?
De enige manier leek mij het plafond te witten. het duurde gelukkig nog een
paar dagen voor mijn man thuis kwam en toen hij arriveerde vond hij het
prachtig. Ik liet allebewonderende opmerking over me heen komen en vertelde
hem daarna pas, waarom ik aan het witten begonnen was.
Hoe vaak ik het plafond in die 1,5 jaar gewit heb, weet ik niet meer, maar de
ene keer was het de marktlamp en de andere keer de butagas lamp, die weer
eens was gaan roeten als ik bij de buren op visite ging en deze lamp liet branden.
Jammergenoeg had je toen nog geen led lampen, zaklantaarns gingen snel leeg.
Of je vergat zo'n ding mee te nemen. Per slot van rekening was je jong en alles kon.
Zelfs dat witten vond je toen niet erg. Maar mag er nu niet aan denken, ben ik luier
geworden?
Mijn Halsbandparkieten.
Bij ons zitten veel wilde Halsbandparkieten. Het zijn verschrikkelijke
onaardige vogels, want ze jagen al onze inheemse vogels weg, pikken
de pindastrengen leeg en krijsen enorm.
Van de week zaten er 18 van die beesten in een lage boom en ik begin
opeens Beautiful Dreamer te fluiten. Het is een liedje dat wij, mijn
ouders, mijn zus en onze zoon altijd fluiten en floten als we elkaar
in een winkel kwijt waren, dan wisten we dat de ander je zocht.
Waarom ik het floot, weet ik niet, maar opeens hield die krijsende vlucht
parkieten hun kop dicht, doodse stilte, ze keken me allemaal aan, liep ik
fluitend verder dan volgden ze met hun guitige koppies. Liep weer terug,
dan draaiden ze hun koppetje mee. Mijn hond dacht natuurlijk, dat ik wel
weer iets raars zou gaan doen en hij had natuurlijk helemaal gelijk.
Welk mens fluit nou opeens naar vogels? Haar baasje natuurlijk weer.
Ik denk dat ik een kwartier heb staan fluiten en het bleef doodstil.
Iedere dag floot ik, maar zo'n grote troep vogels zag ik niet meer tot
gisteren.
Ik floot aan het begin van de hondenuitlaat plaats en er kwamen weer
een 10-tal halsband parkieten aangevlogen en gingen in de boom boven
mijn hoofd zitten en ze "genoten" heel stil van mijn fluit-concert.
Na een tijdje liep ik verder, ze vlogen krijsend mee en een eindje verder
toen ik weer floot, zaten ze weer doodstil in de boom me te begluren en
dit herhaalde zich weer toen ik verder liep.
Ik ben nog steeds helemaal overdonderd door hun komst, hun volgenen
luisteren.
Eerst keek ik nog om me heen of er mensen liepen, maar nu kan het me
niet meer schelen of mensen me gek vinden. Want er komen voor het eerst
toeschouwers naar een concert van mij, zonder dat ik uitgefloten wordt.
Wie had dat ooit kunnen bedenken.
Dit verhaal krijgt bijna iedere dag een vervolg.
De halsbandparkieten komen steeds dichter bij in de bomen en struiken.
Ik begin al te fluiten als ik in de buurt van de bomen kom en nog steeds worden ze
stil, als ze er zijn.
Ze kijken naar beneden, wie daar fluit. (den ik). Onze hond weet al dat zijn vrouw een
tijdje stilstaat om te fluiten en gaat rustig zitten wachten tot ik uitgefloten ben.
Loop ik door, dan gaan de vogels vliegen en verdwijnen onder veel gekrijs.
Zijn ze nou echt stil omdat ik fluit of is het nog steeds toeval. Waarom kunnen die
beesten niet praten? Wil het zo graag weten
+++++++++++++++++++++++
Vakantie met een DUW-boot.
In 1969 mochten wij met Reederij vh. Gebr. Goedkoop mee naar Hanover varen.
Mijn man werkte als kapitein bij die Rederij en was voorheen machinist geweest
bij de kapitein van de duwboot, waar we mee mochten.
Het was een duwboot, die naar Hanover in Duitsland moest, maar wij stapten in
Amsterdam op. De stuurhut moest bij iedere brug naar beneden, zodat we er
zonder wachten onder door konden varen. Het werd voor mij een reis om nooit
te vergeten. Omdat wij in een bestaande bemanning aan boord binnen vielen,
werd ik als een koningin behandeld, hoefde helemaal niets, mocht helemaal
niets. Kreeg nog net geen thee op bed, maar verder....... het was prachtig.
De kap kende ik al aardig, omdat hij de kap was waar mijn man al mee gevaren
had. Ik reed eerder wel eens naar hen toe, als ze niet naar huis konden en aan
boord moesten blijven.
Het Mittellandkanaal in Duitsland is recht toe recht aan, maar ik verveelde me
geen moment, wat de eigen bemanning eigenlijk niet begreep.
Daar zag ik voor het eerst een aquaduct, een kanaal over een kanaal, onder ons
voeren andere boten.
De machinist aan boord waarschuwde constant als we onder een brug doorgingen
dat we niet onze hoofden omhoog moesten steken, maar op een gegeven moment,
pakte dat voor hem op de terugreis helemaal verkeerd uit. Waar hij ons voor
waarschuwde, overkwam hem zelf. Hij stootte zijn hoofd en alles ging op zwart.
Hij werd van boord gehaald en moest naar de dokter en naar huis.
Omdat wij eigenlijk vakantie hadden, zou er een andere machinst uit Nederland
overkomen, maar dat vond mijn man onzin. Want hij was toch al aan boord.
Zo werd een vakantie voor hem toch nog werken, maar hij voelde het als een
betaalde vakantie.
Mijn ouders hadden het ondertussen Spaans benauwd gekregen, want ze kregen
helemaal geen bericht van mij, zoals ze altijd gewend waren.
We hadden toen geen mobieltjes en telefooncellen waren ook nergens te vinden.
We kwamen ook nergens aan de wal, alsmaar varen.
Mijn ouders belden de Rederij op en hoorden toen dat alles met ons goed was.
De bemanning was aan elkaar gewaagd en soms had ik het zwaar te verduren,
maar als het mogelijk was, zou ik zo weer eens zoiets mee willen maken.
De schepen konden elkaar op dat Mittelland kanaal passeren, maar hadden geen
meters over.Onze matroos rende soms naar voren en begon daar een partij te bleren:
zo van aan de kant, kijk uit, wild gebarend enz. enz. Ik lag helemaal plat in de
stuurhut van het lachen.
De kap altijd in voor een lolletje maakte het soms nog erger.
Zo lagen we eens voor een sluis en de matroos stond gezellig te babbelen met de
matroos van het voor ons liggende schip, ze kenden elkaar.
Wat deed onze kap: hij zette de intercom aan en brulde naar hem: liefje, schiet
nou eens op, je moet ons bed nog opmaken. De matroos deed alsof hij zich
schaamde en zei: he toe nou kap, waarom zeg je dat nou?
Ik weet niet meer wat de kap tegen mij zei, maar de lol was enorm.
Omdat wij net ons huis gekocht hadden en niet zo heel veel pecunia hadden op
dat moment, maakte ik costuums voor ons, voor als we gingen stappen.
IK maakte het van velours d'antique en mijn mans pak zat als gegoten en zijn
jasje had een staand kraagje, zoals de Beatles toen droegen, met een shawltje
om zijn hals. Voor mij ook een pak met strakke lange broek en een mini rokje.
Dit soort dingen droegen wij in Amsterdam, maar in Duitsland bleek het toch
wat gewaagd te zijn.
Onze kap was trots op ons en genoot, maar ik voelde me voor het eerst in mijn
mini rokje niet helemaal jofel, want ze bleven maar kijken. In Duitsland bleken
ze zulke dingen nog helemaal niet te dragen, dat kwam pas later.
Daar leerde ik dat als je dronken was, je op een bak-steen moest gaan
slapen, maar of dat hielp zou ik niet kunnen zeggen, want dat zag je de
volgende morgen echt niet aan de slaper.
Dat aan het eind van een avondje stappen en bier drinken daar de avond
met een Sauer Bur afgesloten werd, bleek niet voor iedereen een goed idee.
Na al die jaren moet ik nog steeds lachen als ik aan die trip terug denk.
+++++++++++++++++++++
Uit mijn jeugd, niet gepubliceerd.
Het zal aan de foto te zien 1952/1953 zijn geweest.
Mijn ouders en ik gingen heel vaak op visite bij mijn moeders
familie in de Betuwe bij haar broers en zusters.
Het was altijd een feest en vooral als we naar de boerderij
"de Lende" gingen van de ouders van een schoonzus van haar
en dat nog steeds in hun familie is, zoals dat heet.
Er waren een grote stal vol koeien, een paard en een waterpomp.
Er was een koe naar mij genoemd en we leerden er melken.
Maar er was ook een prachtig paard. Het was het mooiste als we
erop mochten zitten en weet nog dat de rug zo breed was, dat je
zoals ze het noemden "bijna uitscheurde".
Maar ook het rijden in de kar was een ware belevenis.
De naam van het peerd ben ik vergeten, maar zijn/haar speciale
gewoonte niet.
Wat Opa (zo noemde ik hem ook vanwege mijn nichtjes en neefje)
ook probeerde, het paard was op zondag niet in te spannen.
Waar het aan lag zijn ze nooit precies te weten gekomen.
Of "Opa" zich netjes op zijn zondags aankleedde, alsof hij
naar de kerk ging of andere speciale dingen deed. Het peerd was
niet uit zijn stal of ingespannen te krijgen. Of een buurman
het paard wilde inspannen of iemand anders, hij spartelde tegen.
De gedachte was dat de kerkklokken de oorzaak waren, zodat het
paard geen aanstalten maakte om te willen werken.
Ze vertelden vaak dat het een enorm lief paard was, dat nooit
vervelend deed, maar de zondag was hem heilig.
Later moesten we op fietsen naar de boerderij. De nichtjes
hadden natuurlijk hun eigen fietsen, maar ik kreeg altijd een leen-
fiets. Die was te hoog en kon niet nog verder teruggezet worden.
Toen ondervond ik wat zadelpijn was en hoelang je daar last van
kon hebben en eens zelfs blaren. Het pad naar "de Lenden" was
een soort karrespoor, wat ik (een meisje uit Amsterdam) natuurlijk
niet gewend was te fietsen.
Ik ben er 2 jaar geleden nog eens langs gereden. Het mooie
was er nog, maar de weg was gewoon een harde weg en de
boerderij gemoderniseerd. De pomp was weg. Maar voor mij was
het nog steeds een prachtige plek vol met herinneringen.
Nog geen jaar voordat mijn nicht (het meisje in het midden met
de strik in het haar) stierf, kreeg ik deze foto 3 jaar geleden.
Iedere keer als ik deze foto onder ogen krijg, dan denk ik aan een
leuke dappere nicht Jannie en de prachtige tijd op " de Lenden",
maar ook aan mijn Oom Ries en Tante Rikie.
Als ik er logeerde dan bakte Oom Ries pannenkoeken met spek.
Tante Rikie wreef met beide handen tegelijk de meubelen in de
mooie kamer iedere week in de was. Met 2 handen tegelijk, dan
ging het sneller. Je ging achterom en de kachel ging vlak na of
voor Pasen uit.
Ze kookte altijd zo lekker, dan at je teveel en dan moest je een
eind gaan lopen, dan ging het sneller over.
Het was een feest, toen nog als enig kind, om daar met zoveel
mensen aan tafel te zitten in de woonkeuken. Met mijn nichten
boven te slapen en Oom Ries boos naar boven horen te komen,
omdat we nog niet sliepen en kwebbelden. Hij "geloofde" altijd
dat wij dan al sliepen als hij ons zag liggen en riep dan naar
beneden, "ze slapen als roosjes".
Alsof wij achteraf bekeken, door zijn roepen niet wakker waren
geworden.
Oom Ries- stierepies , zoals ik hem altijd mocht noemen, is
voor mij onvergetelijk.
Hij bracht eerpels, slachtte onze konijnen en pestte mijn moeder
met de dode konijnen, geslacht voor Kerstmis, door ze precies in
de deur te hangen van onze schuur in Amsterdam. We kregen met
Oud en Nieuw altijd per post oliebollen, want als tante Rikie bakte,
dan bakte ze manden en emmers vol. Oom Ries haalde ons vaak op
om daar te logeren en dan zat ik voorin op mijn vaders schoot in
zijn vrachtwagen met ons vieren op de voorbank. Tegenwoordig is
dat ondenkbaar. Wat gingen we dan hard, terwijl we nu weten dat
die vrachtwagen nog geen snelheid van 80 km. kon halen, als hij
dat al haalde.
Wat ben ik toch een gelukkig mens met al deze mooie herinneringen.
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Mijn laatste belevenissen met KPN.
Wij hadden het plan onze vaste telefonie van Tele2 naar
KPN over te brengen.
De levering van de modem ging al fout. Zou na de 3e
keer tevergeefs afleveren nog 1 x 's avonds gebracht worden,
tussen 6 en 9.
Lach niet, het was al om half 6 geretourneerd, maar........
wij konden het toch nog ophalen. Vraag me niet hoe dat kan,
maar het kon.
En wat er toen allemaal gebeurde, tart alle verbeelding.
Op de ingangsdatum ging bij ons thuis alles op zwart.
Geen internet, geen tv, geen telefoon.
Gelukkig hebben we een mobieltje.
Na ruim 7 uur bellen a 10 ct pm. + verdere kosten, 40 KPN-ers
gesproken te hebben.
De ene verbond mij met de andere afdeling, er was een orderfout,
de afhandeling niet correct, een ticket en wat al meer aagemaakt.
Alles zou een week duren en wij hadden geen verbinding. Geen sorry.
Mijn man werd 7 keer gevraagd: te resetten, stekkertje in en stekkertje
uit. Mijn man had het verkeerd aangesloten, de bijsluiter van de KPN
was fout gedrukt, wij konden ondanks in gebreke blijven van de KPN
niet opzeggen, want wij hadden een goedkeuring Technische Dienst
van de KPN nodig, die gaf hem niet vanwege formulier en ticket
aanmaken enz.
Daarna bellen met afd. opzeggen moest een monteur komen, maar
de afd. monteurs stuurde er geen. Supervisors, managers werden
geraadpleegd, iedereen was het er over eens, dit was te erg.
Wij moesten nu maar niets meer doen, wachten op een belletje en
ik kreeg een sms en mail dat we door de afd. storingen teruggebeld
zouden worden, als het verholpen zou zijn. Dit kon wel 7 dagen duren.
Maar denkt u dat we een verbinding kregen, vergeet het maar.
Opeens werd een nieuwe modem bezorgd en een nieuw kastje voor de
tv. Maar volgens de mensen van KPN zat het probleem in de verbinding.
Gaf een uur na de bezorging een computer stem ons te kennen:
Wij sluiten u binnen 14 dagen aan. 5 minuten daarna weer een
computerstem. U moet uw modem activeren, anders is het uw
eigen schuld dat u 2 x abonnementskosten heeft.
Wij ten einde raad maar geactiveerd en nu doet alles het.
7 uur mobiel bellen, allerlei tegenstrijdige verhalen, ik ben benieuwd
of wij een excuus krijgen.
Ik wil nog steeds van KPN af door hun onbetrouwbare opstelling.
Wij moesten een nieuwe vaste lijn, Digitenne en Dongel nemen.
Is dit de service van KPN na 40 jaar abonnement?
Lukt het nu niet, dan aan het eind van de looptijd de KPN weg, maar
ik heb mijn buik vol van de KPN.
Dit is ongelooflijk maar echt waar van 20 tot en met 28 december
2010.
Inmiddels werkt alles weer helemaal goed, maar kregen we een
rekening die het ene wel verrekende en het andere weer niet,
zodat er dubbel betaald moest worden.
Gisteren (10 januari) belde een hele aardige man van de KPN, heb
1,5 uur met hem gesproken over onze problemen. Hij beloofde mij
met alle medewerkers die mij gesproken hebben en verschillende
verhalen probeerden te verkopen ons "geval" te evalueren.
Nu konden wel de div. betalingen geregeld worden en hij bood zijn
excuses aan voor de enorme nare toestand die de KPN bij ons heeft
veroorzaakt.
Wordt hopenlijk niet meer vervolgd.
Gepubliceerd in het vechtnieuws september 1985.
Herkent u die momenten van ......Ben ik nu betoeterd?
Vast wel.
Het volgende is mijn man in 1985 echt overkomen.
Als u wel eens in de Haven van Enkhuizen bent geweest, weet u dat de
kade aan de ene kant erg hoog is. Omdat wij vroeger een grote hond
hadden, weten we, dat het wel eens een probleem kan geven om
zo'n bakbeest aan boord te krijgen.
Of het een speling van het lot was, weet ik niet, maar onze aandacht
werd door een langskomende viervoeter, die erg blafte, gevangen
gehouden. Of het door haar of zijn schoonheid kwam, is zelfs achteraf
onbekend gebleven. Maar de hond had 'wat'.
Opeens bleef het blafbeest staan aan de waterkant, kreeg hoogtevrees
of zoiets en ja hoor, tussen de kop en de kont van 2 schepen "viel"
hij de plons in. De baas en de bazin begonnen onmiddelijk kreten te
slaken. Gekerm, gevloek en oh-geroep van de eigenaren weerklonken.
Omdat er niemand iets deed behalve kijken, liepen Frans en ik er naar
toe. Nu kunnen bijna alle honden zwemmen, maar daar bleek de
bazin niet helemaal van overtuigd, want ze riep maar:
"Hij verzuipt, oh, hij verzuipt".
Waarschijnlijk had zij in haar angst haar ogen gesloten, want de hond
spartelde, alhoewel niet meer vrolijk blaffend, rustig in het rond.
Zijn baas was waarschijnlijk lichtelijk in paniek geraakt en de man
begon te stripteasen. De hond gaf er i.p.v. tromgeroffel, ritmisch water-
geplons bij.
Wij waren nog steeds de enigen, behalve de eigenaren, die er bij stonden.
Het kan zijn dat niemand iets hoorde, maar wij denken, dat mensen zich
beraadden, welke grote reddingsactie zij zouden gaan uitvoeren.
Frans intussen op een (zeil)boot gestapt, bij de plek waar de hond in het
water lag. De stripteaser was nu bijna op zijn hoogtepunt gekomen
en had alleen zijn zwembroek nog aan. Ik kan u geen precieze
beschrijving hiervan geven, alleen dat hij (de zwembroek) blauw van kleur
was.
Frans was op zijn buik op het voordek van de boot gaan liggen, toen de
eigenaresse van de boot het voorluik opende en stomverbaasd aan Frans
vroeg of hij iets in het water had laten vallen. Frans die eindelijk de
hond te pakken had, zei tegen de vrouw: "er ligt een hond in het water,
doe maar eventjes uw luik dicht". Waarschijnlijk heeft de vrouw zijn
woorden niet verstaan en gelijktijdig springt de hondeneigenaar op diezelfde
zeilboot, de boot helde heel erg naar een kant, Frans verloor zijn grip op
de hond, maar kon hem meteen weer vastgrijpen. De bazin stopte met
roepen dat haar hond verdronk, maar blerde toen: "Hij wurgt hem, hij wurgt
hem" Niet dat mijn man alle honden liefheeft, maar dat hij zo'n hekel aan
deze hond had, geloofde ik weer niet, maar zij bleef maar roepen: "je wurgt
hem, je wurgt hem."
De man, die waarschijnlijk echt dacht dat Frans een wurgpoging deed,
plofte boven op manlief, pakte ook de halsband en begon verwoed te
trekken.
Frans zat met zijn hoofd en bovenlijf tussen de zijkant van de preek-
stoel helemaal vastgedrukt en op zijn billen zat/lag die man, dus hij kon
geen kant op, ook niet om verder te helpen. De man trok zijn hond boven
water, trok hem op de boot en zoals te verwachten boven op Frans.
De bootvrouw, die dus niet verstaan had dat ze het luik moest sluiten en al
wel begrepen had dat haar boot het middelpunt van een grootscheepse
reddingsoperatie was, stak nu zelfs met kop en schouders boven het
luik uit om toch maar vooral niets van het spektakel te missen.
Hoe de indeling van het vooronder was, weet ik niet, maar zij bleek zich
niet snel te kunnen terugtrekken. Frans, die nog op kon krabbelen (van
achter kleddernat) kreeg nu net als de bootvrouw, nogmaals de volle laag
water van de zich uitschuddende hond. Manlief en de bootvrouw waren echt
drijfnat. Hoe de hondenbezitter het gedaan heeft zal wel altijd een
raadsel blijven, maar de zwijgzame hondenbezitter stond kurkdroog
aan wal zijn lange broek weer aan te trekken.
De nu bijna droge hond sprong ook aan de wal en kreeg een aai van zijn,
nu stille vrouwtje. De man trok zijn overhemd aan en zonder boeh of bah
te zeggen liepen de man en vrouw verder alsof er niets gebeurd was.
De hele plonspartij had misschien 8 a 9 minuten geduurd.
De bootvrouw en Frans keken elkaar aan en ik zong het toen bekende
liedje: "mijn naam is haas, ik weet van niets. Is hier wat gebeurd dan,
daar weet ik niets van."
Hun blikken maakten mij duidelijk dat zij het komische van de situatie
niet inzagen. Ik droop af.
De was in de mast was het enige, dat ons later nog herinnerde aan de
plonspartij.
(Maar ik heb vreselijk gelachen).
********************************
Ik zoek uw man.
Nog niet zo lang lang geleden, wij lagen nog in bed, werd er 's morgens
gebeld. Ik neem de telefoon op, meld mij keurig en een mannenstem zegt
tegen mij : "Ik zoek uw man." Verder niets.
Ik herken de stem en bedenk me dat deze overigens aardige man,
als hij de kans krijgt, iedereen plaagt.
Naar mijn slapende man naast mij kijkend, zeg ik : "Ik niet."
De man niet uit het veld geslagen, zegt nog een keer: " Ik zoek uw man."
IK weer: " Ik niet !"
en vervolgde na een paar seconden: "maar wilt u hem spreken? "
De man: "JA, kan dat dan? "
Ik: "Hier komt hij." en gaf de telefoon aan mijn man.
Je begrijpt dat ik in mijn nopjes was hem nu ook eens een streekje te kunnen
leveren.
*****************************
De barre tocht van Frans en Marijke (Willem) Barendtz.
De decembermaand is de tijd van de mijmeringen,
uitkijken naar de feestdagen en zolang het mooi
weer is, blijft er alhoewel heel diep van binnen een
vonkje van......... varen............varen.........varen.
Maar als het plotseling gaat vriezen, dan is bij mij
tegenwoordig dat vonkje heel snel gedoofd.
Ieder jaar komt er bij ons een kerstgroet van iemand,
die wij heel lang geleden hebben leren kennen. Dan
komt altijd de volgende winterse vaartocht boven drijven.
Frans en ik varen wel eens schepen van anderen van
hot naar her. Meestal is dat 's zomers, maar dit vrachtje
gebeurde in de winter. Het was een motorboot ophalen
uit Bruinisse en naar Muiden brengen. Het schip was
van eigenaar gewisseld en de datum, dat wij het schip
op gingen halen, was 12 november 1978.
De schepen, die wij opgehaald hebben, varieerden van
luxe tot belabberd.
In dit geval hebben wij de "oude" en de "nieuwe"
eigenaar gevraagd naar de staat van de inboedel, want
meestal is dat van alles niets. De verkoper heeft er meestal
alles af gehaald en de nieuwe eigenaar er nog niets
ingesleept.
Ze verzekerden ons dat er verwarming aanwezig was,
zodat onze zoon van 3 jaar mee kon. Het kombuis
was volgens hen ook kompleet, zodat ik onze
"picknickset" thuis kon laten.
Eerder hadden wij al geleerd, dat het belangrijkste van om die
tijd varen is: Erwtensoep en Berenburg. Dat had ik met brood
en andere etens- en drinkwaren ruim ingepakt.
De nieuwe nieuwe eigenaar bracht ons met de auto
naar Bruinisse. Om 8 uur 's morgens kwamen wij aan,
in een jachthaven, maar het schip lag in een uithoek.
Er stond een schrale wind en het was onvoorstelbaar
koud. De weersverwachting slecht.
Het schip zag er leuk uit. Zo'n motorboot uit de jaren
1955, 11 meter, beetje uitwaaierende steven, grote kajuit en
een stuurhut met schuiframen. Frans "dook" meteen onder
de vloeren en luiken om de motor te inspecteren en ik
(vrouw eigen) koekeloerde in het kombuis.
Er was een butagasfles----- maar leeg. De auto
was er nog, er werd meteen een nieuwe fles gehaald,
aangesloten en........ alles werkte.
Jort, onze zoon, werd op de uitgeklapte dinette (een
eethoek, waarvan de tafel kan zakken en zo een bed wordt)
geparkeerd met een grote zak lego. Die was zoet en kon
geen kwaad. En toen was er koffie, dat is de eerste
handeling van mij aan boord van een "haal"schip, want dan
zit er meteen een eigen 'luchie' aan.
Alles bleek verder in orde en deze familie kon vertrekken;
het zou een barre tocht worden.
Na de start bleken de schuiframen te klapperen. 's Zomers
geen bezwaar, maar 's winters blijken dat dan tochtgaten.
Ik neem altijd een krantje mee, maar deze ene was hiervoor
niet genoeg. Naar Bruinisse zelf gevaren en de laatste 5
kranten gekocht. Weer van wal, ik begon met volstoppen van
de schuifraam naden, maar deze 5 kranten bleken
niet genoeg te zijn. Het was niet verwonderlijk dat de ver-
warming het niet warm kon krijgen. De slaapzak voor de
opening van de kajuit gehangen en je jas en handschoenen
dan maar aanhouden. Afwisselend gingen Frans en ik de kajuit in
om warm te worden.
En toen kwam de sluis.... afschuwelijk. Je was binnen al heel
warm aangekleed en ik mocht naar buiten om af te meren in
flanellen ondergoed, 2 dikke truien, winterjas, muts, shawl,
handschoenen en ter complettering een zwemvest.
(Ik moest langer mee) en zo naar buiten. Na je eerst zo dik aangekleed
door het schuifraam geworsteld te hebben, (schuifraam snel weer dicht),
bleek je neus al snel verdwenen te zijn van de kou. Ik moest me in
bochten wringen om me goed vast te houden aan zeereling met
de meerlijn in mijn handen. De tranen biggelden van de kou
over mijn wangen. De sluis in gevaren samen met een vrachtschip.
De schipper, die mijn geworstel vanuit zijn lekker warme stuurhut
had gadegeslagen, vroeg door zijn intercom (buiten telefoon) of
ik varen zo erg vond, dat ik ervan moest huilen. Ik schudde
voorzichtig mijn hoofd, omdat ik bang was dat mijn shawl af
zou zakken en zo behalve mijn neus, ook nog eens mijn lippen
kwijt zou raken. Ook had ik het te druk met mijn meerlijn.
's Zomers zijn deze soepel, maar 's winters werken ze tegen.
Uiteindelijk stond alles vast, Frans kroop de kajuit weer in, maar
ik zag dat niet zitten vanwege al dat gewurm.
De vrachtschipper begon mij toen in diverse toonaarden (weer
door de intercom) te vertellen, dat hij van stevige vrouwen hield.
Volgens mij zag ik er op dat moment uit alsof ik maat 66 had en
meer op een dragonder leek. Ik haalde voorzichtig vragend maar
mijn schouders op. De man bleek humor te bezitten, want hij lachte.
(uitlachen????) De sluis was geschut en proberen snel naar binnen
te komen, want de meeste sluizen hebben draaideuren, maar deze
had een naar bovengaande deur, waar altijd een berg water vanaf
komt en dan ben je vaak kleddernat en dat was in dit geval erg veel en
koud. De verwarming bleek het intussen goed te doen.
Na kreten zoals, "uhhh, brrrr en pppfffttt , wat koud buiten", je
vingers in de kachel stoppen, muts ophouden, jas alleen maar los,
hete erwtensoep, was ik weer aanspreekbaar en ging "gezellig"
met zoonlief in de slaapzak zitten Lego-en. We moesten over-
nachten in Gouda. Hadden ons zelf een Chineesje en een borrel
beloofd, de plaatselijke Chinees bleek natuurlijk dicht. Op naar de
kroeg voor een borrel. Een gezellig kroegje was open, weer warm
geworden door de borrel en het medeleven van de kroegbaas,
kwamen we terug aan boord. Inmiddels bleek het behoorlijk te
vriezen en eenmaal terug aan boord bleek de verwarming toch
niet zo goed te werken. Dan maar meteen met ons 3-en de slaapzak in.
Maar voor we lagen........
De vorige eigenaar had blijkbaar nooit aan boord geslapen, want
de kussens van de dinette pasten niet. Allemaal van verschillende
diktes, uiteindelijk lagen we , maar daar was dan ook alles mee
gezegd. Van ellende waren we de volgende morgen al om 7 uur
uit de "veren". Gordijntjes open en..... er lag een behoorlijk
laagje ijs op het water. We konden om 8 uur vertrekken. Die dag
heb ik geleerd dat er na 1 nachtje vorst al best een behoorlijk
laagje ijs op water kan liggen, als het water maar koud genoeg is.
Wij op weg naar Muiden.
De sluis- en brugwachters hadden enorm begrip voor de idiote
winter capriolen van watersporters om met vorst te willen varen.
Door Weesp, maar wat ons na de spoorbrug stond te wachten !!!!!
was het betere breekwerk.
ijs op de Vecht
Frans heeft beroepsmatig vaak ijs moeten breken en was zo-
doende voorbereid op wat ons te wachten stond. Maar ik was een
groentje. Alles had ik goed vastgezet en zoonlief tegen me
aangedrukt en hupsakee. Wat ijs met je schip doet......
We gingen van stuur- naar bakboord en weer terug. Het schip kruipt nl.
op het ijs, zoekt dan de zwakke plekken en breekt dan door het gewicht
van het schip door het ijs. Van sturen was geen sprake meer, het was
gewoon dwingen. Maar wat een lawaai.
Wij hadden op een woonschip (tjalk) gewoond, dus ik kende
gelukkig het lawaai , maar dit vond ik toch wel beangstigend.
Het schip bleek in goede staat te zijn, want het bleef heel.
Voor de schaatsers was het vervelend, omdat wij het ijs braken,
maar we moesten wel en er was geen vaarverbod.
Heelhuids in Muiden aangekomen, was de ontvangst van de
"nieuwe" eigenaar allerliefst:
koffie met gebak. Heerlijk.
De boot is allang weer van eigenaar verwisseld, maar ieder jaar
denken wij toch nog even terug aan die barre tocht door die
kerstkaart.
Gepubliceerd in dec. 1985.
*********************
Hond in de auto.
Jaren geleden, wij reden in Amsterdam op weg naar mijn mans werk,
kregen wij een "aardige" aanrijding. Ik was tegen de voorruit geknald
en had een bult op mijn hoofd.
Ik reed altijd mee, omdat ik dan de auto ter beschikking had, de dag
dat manlief werkte.Auto gordels waren toen amper bekend en het zou
nog jaren duren voordat deze in auto's verplicht zouden worden.
Frans haalde altijd in de Barendtz-straat (hartje Amsterdam) zijn
boodschappen voor aan boord bij de plaatselijke melkboer.
In die straat was altijd een gebrek aan parkeerplek, dus Frans
parkeerde dubbel.
Ik zat nog een beetje bij te komen van de schrik van de aanrijding en
Wodka, onze hond, sprong zoals gewoonlijk meteen op de bestuurders-
stoel en keek parmantig over het stuur naar buiten.
Omdat de auto opviel, dubbelgeparkeerd en met een behoorlijke deuk,
zag ik opeens een jongetje, (3 turven hoog), de ingedeukte voorkant
bekijken. Als een volleerde monteur bekeek hij de schade, daarna de
achterkant, liep nogmaals om de auto heen, voelde aan het gebarsten
lakwerk. Daarna tikte hij tegen het zijraam, ik draaide het raam open.
Voordat ik hem iets kon vragen, zei het knulletje:
"Tja, mevrouw, eigen schuld, had u maar niet uw hond moeten laten
sturen."
Voordat ik iets had kunnen zeggen, rende het jongetje weg.
Als dat geen Amsterdamse humor was, dan weet ik het niet meer.
*********************
|